Deze morgen waren we vroeg en snel. Om 8.30 rijden we de camping af. Met cappucino en thee op, zonder ontbijt, want de bakker is nog niet open.
We hebben een rit van zo’n 3 a 4 uur voor de boeg. Het is een mooie rit en ook wel wat onrustig. Twee keer zie ik een tegenligger op onze baan inhalen in een tunnel, weinig uitwijkmogelijkheden en snelheden zijn in het donker lastig in te schatten. Ik word er niet blij van. Later rijdt een auto, drie auto’s voor ons ineens zwabberend de andere weghelft op en knalt tegen de rotsen. Godzijdank geen tegenliggers, en wij staan allemaal op tijd stil. Hart in de keel, bibberende benen. Er stappen direct mensen uit om te helpen, dus wij besluiten door te rijden. De schrik zit er goed in.
Onze eerste bestemming is Rasiglia, “het Venetie van Umbrie”. Tja, wat zullen we ervan zeggen? De parkeerplaatsen zijn groter dan het dorpje, waar het water door een kanaal stroomt. Laten we het erop houden dat we er wel heel lekker hebben gegeten.







Daarna zetten we koers naar Bevagna waar we op advies van Christianne een camping bezoeken. Eerst nog snel wat boodschapjes en even langs de apotheek want ik heb, net als twee jaar geleden enorme jeukende muggenbulten, ik ben er behoorlijk allergisch voor en word gek van de jeuk. Met een recept van onze eigen huisapotheker heb ik nu een zalf die snel verlichting moet geven. Ik hoop het.
De camping is fijn. Het is een mooi plekje, lekker schaduwrijk onder de bomen. Rody zwemt wat, ik laat de zalf zijn werk doen. Morgen naar Perugia.

Jaaa, voor mij ben je nu op een ‘thuisplek’ 😊
Helaas ben ik er zelf niet.